Het Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid heeft na drie opeenvolgende besparingsrondes niet de middelen of de manschappen om alle zorgwekkende stoffen die beleidsaandacht vragen op te volgen zoals het hoort. Dat zei administrateur-generaal Dirk Dewolf deze voormiddag in de onderzoekscommissie naar de PFOS-vervuiling in het Vlaams parlement. "Dat overstijgt onze mogelijkheden, laat ons daarin duidelijk zijn."
De onderzoekscommissie naar de PFOS-vervuiling rond de site van het chemiebedrijf 3M in Zwijndrecht krijgt vandaag het Agentschap Zorg en Gezondheid over de vloer. De aanwezige parlementsleden wilden deze voormiddag onder meer weten hoe het komt dat het Agentschap Zorg en Gezondheid pas begin juni van dit jaar op de hoogte was van de mogelijke problemen met PFOS-vervuiling in Zwijndrecht.
Administrateur-generaal Dirk Dewolf en teamverantwoordelijke milieugezondheidszorg Bart Bautmans schetsten een ontnuchterend beeld van de manier waarop het Agentschap schadelijke stoffen moet opvolgen. Drie opeenvolgende Vlaamse regeringen hebben besparingen opgelegd, waardoor het team milieugezondheidszorg binnen Zorg en Gezondheid het met 36 procent minder personeelsleden moet doen, stipte Dewolf aan. En die zijn de afgelopen twee jaar dan nog voornamelijk ingezet in de bestrijding van de coronapandemie. Het team dat zich specifiek moet bezighouden met risicoanalyse, is op dit moment anderhalve voltijdse equivalenten groot, vulde Bautmans aan. "Als je weet dat die dan voornamelijk met COVID en legionella zijn bezig geweest, dan weet je dat we eigenlijk al twee jaar plat liggen op dat vlak."
De opeenvolgende besparingsrondes hebben er onder meer toe geleid dat er van bepaalde taken werd afgestapt. Dat is ook het geval voor de stelselmatige adviezen van het Agentschap Zorg en Gezondheid bij de aflevering van milieuvergunningen voor inrichtingen met een rubriek 'G', wat betekent dat er een effect is op de gezondheid. Door de beperkte mankracht verwaterde dat tot standaardadviezen, waarna er in 2015 beslist werd om er volledig mee te stoppen en over te gaan tot stilzwijgende goedkeuringen, legde Dewolf uit. "Daar is nu verwondering over, maar dat is dus het gevolg van een strategie die we noodgedwongen hebben uitgewerkt."
Een en ander betekent ook dat het Agentschap Zorg en Gezondheid andere mogelijke bedreigingen niet of onvoldoende van nabij kan opvolgen. "Deze Commissie had evengoed over broomhoudende vlamvertragers kunnen gaan, ik zou 'bijgot' niet weten waar die geproduceerd worden. Er zijn tal van zorgwekkende stoffen die beleidsaandacht vragen, maar dat overstijgt onze mogelijkheden, laat ons daarin duidelijk zijn", benadrukte Dewolf. Maar de administrateur-generaal vraagt zich ook af of dat de bedoeling moet zijn. "Is het de kerntaak van een overheid om met de dweil achter de chemische industrie aan te lopen? Ik zou durven stellen dat de industrie er zelf voor moet zorgen dat er niets meer te dweilen valt."