Bij de bespreking van zijn beleidsnota in de Kamercommissie Gezondheid voelde Kathleen Depoorter (N-VA) minister Vandenbroucke aan de tand over zijn geneesmiddelenbeleid.

Ze richtte zich als volgt tot minister Vandenbroucke: “Mijnheer de minister, u verwijst in uw beleidsnota naar het aangepaste uitdoofprocédé voor de patentcliff. Er zijn toch een paar problemen rond, heb ik vernomen. In het verleden ging men ofwel mee met de verplichte prijsdaling ofwel hield men het product niet op de markt. Maar nu is die die mogelijkheid er niet meer om het product van de markt te gaan trekken? Zal dat de toegankelijkheid van innovatieve geneesmiddelen niet hypothekeren? Heeft u hier overleg gehad met farma.be en wat waren de conclusies?”

“Een ander element is de contractvorming”, ging ze verder. “Meer transparantie, daar zijn we het mee eens. Maar ook daar gaat u eigenlijk wat verder dan de eerste signalen die gegeven waren rond de roadmap. En wordt mij gemeld dat de specifieke indicaties die u vraagt, ertoe zouden leiden dat de nettoprijzen kunnen worden afgeleid uit de communicatie, wat dan ook weer de toegankelijkheid voor innovatie voor de Belgische patiënten zou kunnen hypothekeren, want als de nettoprijs in het buitenland gekend is, dan zijn wij iets minder aantrekkelijk voor de Europese markt?”

Frank Vandenbroucke (Vooruit) antwoordde dat hij een beetje aarzelt om hier echt in debat te gaan over de confidentiële contracten “en wat we nu vragen aan de producenten die met nieuwe farmaceutische specialiteiten in een confidentieel contract gaan. Wij vragen inderdaad meer transparantie." 

Anderzijds is er de vereiste confidentialiteit over de nettoprijs, beseft hij. “De zorg is legitiem dat de transparantie ertoe gaat leiden dat de nettoprijs uitlekt. Dat wil ik opnieuw bekijken, maar ik vind wel dat we mogen zeggen dat de idee van uitdoofscenario's en de transparantie daarrond, proportioneel is aan het feit dat men gedurende vele jaren van een confidentiële korting heeft kunnen genieten. ‘Confidentieel’ om in de rest van Europa niet te moeten zeggen hoe groot die korting was. Want dat is het spel."

En dus meent de minister dat het gerechtvaardigd is dat in ruil voor die confidentialiteit gevraagd mag worden naar een transparante overgang en een echte marktwerking waarbij generieken kunnen concurreren. 

Een en ander moet nog bekeken worden, hield hij een slag om de arm. “We moeten naar een evenwichtige oplossing. Waarbij we verzoenen dat als een contract moet eindigen omdat de tijd van de patentbescherming voorbij is, je dan tijdig een markt creeërt. Maar wel zo dat je niet verhindert dat er nog iemand in een contract stapt. Met dat evenwicht zijn we bezig."