Het federaal geneesmiddelenagentschap FAGG doet er te lang over om vergunning af te leveren voor de productie van farmaceutische grondstoffen, en daarom aarzelen nieuwe producenten om te investeren in ons land. Dat zegt N-VA-Kamerlid Kathleen Depoorter, die een wetsvoorstel indiende om de procedures te versnellen.

De coronapandemie maakte het pijnlijk duidelijk: voor veel medische hulpmiddelen en farmaceutische grondstoffen is ons land en bij uitbreiding heel de Europese Unie afhankelijk van landen in Azië. De bijzondere covidcommissie in de Kamer, die onderzocht waar het zoal is misgelopen in de aanpak van de pandemie, noteerde in haar aanbevelingen ook al dat lokale en Europese productie van dergelijke stoffen gefaciliteerd moet worden. 

Volgens Kamerlid Kathleen Depoorter van oppositiepartij N-VA is daarvoor echter nood aan een "mentaliteitswijziging". Ze wijst op de volgens haar "ellenlange procedure" bij het Federaal Agentschap voor Geneesmiddelen en Gezondheidsproducten (FAGG) vooraleer een producent een vergunningsaanvraag kan opstarten. Volgens Depoorter wordt de uiteindelijke beslissing zo pas na 14 maanden meegedeeld. "Dat doet vermoeden dat we in ons land nog steeds niet ten volle de ernst van de situatie begrijpen. Dergelijke termijnen zijn uiteraard veel te ruim om de aantrekkelijkheid van ons land voor de productie en invoer van farmaceutische grondstoffen te bevorderen."

Depoorter wijst onder meer op een nieuwe biocide om oppervlaktes te reinigen en die gedurende een week coronavrij zou houden. "Dat kan een gamechanger zijn, maar het onderzoek loopt nu al meer dan een half jaar", zegt ze. "We moeten ons toch vragen stellen bij de inertie die een dergelijk langdurige procedure uitstraalt en de gevolgen ervan." 

De N-VA-politica diende een wetsvoorstel in om de termijnen bij het FAGG "te beperken tot een haalbaar minimum". Het voorstel wordt vanavond in overweging genomen in de Kamer.