Er is een juridisch spanningsveld tussen maatregelen voor de gezondheid van de bevolking en de individuele privacy. Dat besluit Antwerpse ziekenhuisnetwerk ZNA woensdag, nadat de Gegevensbeschermingsautoriteit (GBA) bevestigde dat de vaccinatiestatus van sollicitanten niet gevraagd mag worden.

De Geschillencommissie van de GBA bevestigde woensdag de tijdelijke schorsing van een maatregel die ZNA in september had ingevoerd. Aan nieuwe sollicitanten werd gevraagd of ze gevaccineerd waren. Wie zich niet wil laten vaccineren, werd niet aangeworven. Het ging om een voorlopige maatregel, totdat de wet over verplichte vaccinatie in de zorg van kracht is.

Midden november werd die maatregel al voorlopig geschorst. De beroepsprocedure die ZNA daarna instelde, werd woensdag verworpen. 

In een reactie zegt ZNA de beslissing, die ze pas laat in de namiddag ontving, grondig te zullen analyseren. "In het belang van de gezondheid van patiënten en medewerkers is ZNA vooruitgelopen op het wettelijke kader over verplichte vaccinatie. Vaccinatie verkleint het risico op besmetting van anderen en vermindert de kans op uitval van medewerkers."

ZNA wijst erop dat de GBA aangeeft de motivatie voor de maatregel te begrijpen en dat vaccinatie een essentieel instrument is in de strijd tegen de pandemie. "Daarnaast zegt de GBA ook dat ze uitsluitend kijkt naar het bestaande wettelijke kader, en niet naar wetgeving die nu wordt uitgewerkt."

De ziekenhuisgroep besluit dan ook dat er een juridisch spanningsveld is tussen maatregelen voor de gezondheid van de bevolking en de individuele privacy. 

Sinds de voorlopige schorsing door de GBA midden november aangekondigd werd, vraagt ZNA niet meer naar hun vaccinatiestatus. "Zodra de wet over enkele weken of maanden in voege is, zal ZNA nakijken of zorgmedewerkers en artsen gevaccineerd zijn tegen COVID-19. De vaccinatiegraad bij ZNA is nu al hoger dan 95 procent", besluit de groep.