De Nutri-Score van voedingsproducten vermelden op de schaplabels in de rekken van de supermarkt volstaat niet om de consument systematisch voor gezondere voedingsproducten te doen kiezen. Dat blijkt uit een recent onderzoek van Sciensano.
De Nutri-Score geeft op een visuele manier aan hoe gezond een voedingsmiddel is, gebaseerd op de hoeveelheid aanwezige calorieën, totale suikers, verzadigd vet, zout, eiwit, vezels, fruit, groente en noten. Sciensano onderzocht of de vermelding van de Nutri-Score op de schaplabels in de rekken klanten vaker voor gezondere voedingsproducten doet kiezen.
Fabrikanten zijn niet verplicht om de Nutri-Score op de verpakking van hun producten te vermelden. Sciensano verwijst naar "een grote Belgische retailer" die sinds mei 2019 de Nutri-Score van alle producten op de schaplabels vermeldt, dus niet enkel voor de eigen merken en de producten waar de Nutri-Score al op de verpakking staat. Daardoor is de Nutri-Score volgens Sciensano van veel meer producten rechtstreeks beschikbaar voor de klant.
Onderzoek naar het aankoopgedrag van klanten bij deze retailer wijst op gemengde effecten. "Bekeken over het totale volume van alle verkochte voedingsproducten in de interventiewinkels ten opzichte van de controlewinkels, stellen we gunstige effecten vast voor producten met Nutri-Score B en C en ongunstige effecten voor producten met Nutri-Score D producten," zegt Stefanie Vandevijvere, wetenschapper bij Sciensano.
Een analyse per voedingscategorie geeft een scherper beeld: in ongeveer een derde van de onderzochte categorieën (samen goed voor 29 procent van de totale verkoop) zagen de wetenschappers dat klanten ofwel vaker producten met Nutri-Score A of B kochten, ofwel minder vaak producten met Nutri-Score D of E. "Die positieve verschuivingen zagen we vooral binnen de categorieën van de groente-, fruit- en zuivelproducten en bij de zoetwaren", verduidelijkt Vandevijvere.
In andere voedingscategorieën (die samen 24 procent van de totale verkoop vertegenwoordigden) constateerde Sciensano eerder een verschuiving naar minder gezonde producten. "Die verschuiving was het duidelijkst binnen de categorie van de brood- en bakkerijproducten. In de overige categorieën vonden we geen statistisch betekenisvolle effecten", aldus Vandevijvere.
De effecten die de wetenschappers in deze studie vonden zijn minder uitgesproken dan ze hadden verwacht op basis van experimentele studies in andere landen met andere types schaplabels. Ze zien daarvoor enkele mogelijke verklaringen, te beginnen met de kleur van de schaplabels. "Zo stond de Nutri-Score in zwart/wit aangegeven op de schaplabels, wat minder opvalt dan een label in kleur", legt Vandevijvere uit.
Een tweede mogelijke verklaring is dat het hier ging om een natuurlijk experiment en niet om een geïsoleerd onderzoeksopzet waarbij de schaplabels de enige manier waren om de Nutri-Score aan te duiden of te promoten. "In de winkels liepen ook andere initiatieven rond de Nutri-Score. Als je in die situatie dan specifiek gaat kijken welk effect de vermelding van de Nutri-Score op de schaplabels op het aankoopgedrag heeft, bovenop andere bestaande interventies, kan de impact mogelijk wat lager uitvallen dan wanneer het schaplabel de enige interventie was geweest," aldus Vandevijvere.
De studie toont in elk geval aan dat een Nutri-Score vermelding op de schaplabels op zichzelf niet genoeg is om het aankoopgedrag van de consument overtuigend te beïnvloeden. "Daar is duidelijk meer voor nodig."