Aangepaste voeding voor baby's met een koemelkeiwitallergie wordt vanaf 1 juni voor de helft terugbetaald. Dat heeft federaal minister van Volksgezondheid Frank Vandenbroucke (Vooruit) begin mei bekendgemaakt. Om recht op terugbetaling te hebben, moet een arts wel eerst een diagnose stellen. Het gaat niet om melk op basis van bijvoorbeeld soja.

Elk jaar worden ongeveer 4.800 kinderen geboren met een koemelkeiwitallergie. Het is een van de meest voorkomende voedingsallergieën bij baby's jonger dan 3 jaar. Voor alle duidelijkheid: het gaat om iets anders dan lactose-intolerantie. In de meeste gevallen is de aandoening tijdelijk van aard. Maar om zonder lastige symptomen de eerste jaren door te komen, is juiste, koemelkeiwitvrije voeding cruciaal.

Volgens minister Vandenbroucke kan 70 procent van de baby's makkelijk behandeld worden met een doorgedreven eiwithydrolysaat. Als die voeding niet zou volstaan, wat bij ongeveer 30 procent van de zuigelingen het geval is, bestaan er ook aminozuurpreparaten. Die worden al voor een deel terugbetaald.

Omdat het grootste deel van de patiënten al geholpen is met een doorgedreven eiwithydrolysaat, wordt dat voortaan ook voor de helft terugbetaald. Het gaat om de potten van 400 gram. Die mogen maximaal 24 euro kosten, anders worden ze niet vergoed, verduidelijkt het kabinet van Vandenbroucke. De maximumprijs wordt dan 12 euro, een prijs die meer overeenkomt met de meeste standaard zuigelingenvoeding. 

Een arts moet de diagnose bewijzen om recht te hebben op de terugbetaling. Die arts moet de baby ook regelmatig opvolgen om te kijken of aangepaste voeding nog nodig is. Melken op basis van een alternatieve eiwitbron, zoals rijst, soja of geitenmelk, gelden niet als aangepaste voeding.

Lees ook: Terugbetaling van aangepaste babyvoeding: worden huisartsen buitenspel gezet?