Zelfs na een volledige basisimmunisatie kan SARS-CoV-2 in zeldzame gevallen leiden tot ziekenhuisopname en overlijden. Gegevens uit de VS tonen aan welke personen vatbaar zijn, zij het dat de studie ook aan enige beperkingen onderhevig is.
Het fenomeen langeduur-Covid roept nog steeds vragen op - cardiologen hebben nu wellicht één factor in het ontstaan ervan geïdentificeerd met auto-antistoffen. Ondanks vaccinatie tegen COVID-19 is het risico van het omzeilen van het vaccin immers niet uitgesloten.
Op basis van een analyse van gegevens van 1,2 miljoen volwassenen die tussen december 2020 en oktober 2021 ingeënt waren, identificeerden medewerkers van het Amerikaanse National Institutes of Health acht factoren die een ernstige ondermijning van het vaccin bevorderen. Ten minste één van deze factoren was aanwezig bij elke ernstig zieke persoon, en patiënten met een fataal verloop hadden meestal ten minste vier van deze factoren.
De factoren zijn: ouder zijn dan 65 (aangepaste odds ratio [aOR] 3,2), immuunsuppressie (aOR 1,9), chronische ziekte van de longen (aOR 1,7), lever (aOR 1,7) of nieren (aOR 1,6), neurologische ziekte (aOR 1,5), diabetes (aOR 1,5) en hartaandoening (aOR 1,4). Volgens de evaluatie had het geslacht geen invloed op het risico op doorbraak van het vaccin. Comirnaty® was het meest gevaccineerde vaccin, gevolgd door Spikevax® en het vaccin van Johnson & Johnson.
Van de 1,2 miljoen gevaccineerden werden er 2.246 (0,2 procent) ziek, 189 kregen te maken met een ernstig ziekteverloop (0,02 procent), gedefinieerd als acuut respiratoir falen/non-invasieve beademing of opname op de intensive care. En tot slot overleden 36 patiënten (0,003 procent).
De auteurs bevelen patiënten met deze risicofactoren ten zeerste een herhalingsvaccinatie aan, een goede behandeling van de onderliggende ziekte en extra waakzaamheid om blootstelling te vermijden. Bij infectie van deze patiënten moeten ook geneesmiddelentherapieën worden gebruikt die een zwaar ziekteverloop kunnen voorkomen, d.w.z. neutraliserende antistoffen of antivirale geneesmiddelen.
De onderzochte data zijn afkomstig van 465 voorzieningen in the Premier Healthcare Database Special COVID-19 (PHD-SR).
Beperkingen
De bevindingen in dit rapport zijn wel onderworpen aan ten minste vijf beperkingen.
Ten eerste kan het vertrouwen in procedure-, diagnose- en facturatiecodes om de vaccinatiestatus, de onderliggende aandoeningen en de resultaten te bepalen, hebben geleid tot een verkeerde classificatie door onnauwkeurige of onvolledige registraties. Bovendien is het mogelijk dat de aanwezigheid van onderliggende aandoeningen niet volledig werd verzameld door administratieve codering.
Ten tweede kunnen outcomes die zich tijdens COVID-19 contacten voordeden, verband hebben gehouden met andere factoren (bv. verminderde toegang tot routinediensten voor de controle van chronische ziekten kan ernstige outcomes bij personen met comorbiditeit hebben verergerd).
Ten derde zijn de componenten van het samengestelde resultaat niet noodzakelijk van gelijke ernst en moeten de resultaten dienovereenkomstig worden geïnterpreteerd; het aantal sterfgevallen alleen was te klein om een analyse van de risicofactoren in deze subgroep mogelijk te maken.
Ten vierde is het mogelijk dat personen met onderliggende aandoeningen vaker toegang hebben tot gezondheidszorg, waardoor de risicoschattingen voor COVID-19 in deze groep onevenredig hoger uitvallen dan bij personen zonder onderliggende aandoeningen.
Ten slotte vertegenwoordigt PHD-SR een goedkope steekproef van gezondheidszorginstellingen, waardoor de veralgemeenbaarheid naar de bevolking van de VS beperkt is.