Depressie in de apotheek…

Niet bij uw collega’s of medewerkers, maar bij de patiënten die u over de vloer krijgt.

Prof. Eric Constant (UCL) benadrukt dat depressie of angststoornissen uiteraard moeten worden behandeld door een arts, maar dat we ook als apotheker de patiënt al kunnen helpen.

Zijn presentatie is moeilijk in enkele lijnen samen te vatten, maar om kort te zijn: we spreken van een depressieve stoornis als de patiënt al minstens 2 weken kampt met somberheid of met een gebrek aan interesse of plezier en daarbij minstens 3 van de volgende symptomen vertoont:
• gewichtsverlies of gewichtstoename;
• slapeloosheid of overdreven slaperigheid;
• agitatie of psychomotorische vertraging;
• vermoeidheid of gebrek aan energie;
• gevoel van nutteloosheid of overdreven schuldgevoel;
• vermindering van het denkvermogen of concentratieverlies;
• terugkerende gedachten aan de dood.

Ook het sociaal en professioneel functioneren moet veranderd zijn zonder dat dit kan worden toegeschreven aan een substantie of een medische of psychiatrische aandoening zoals schizofrenie.

Depressie mag niet worden verward met een aanpassingsstoornis die haar oorsprong vindt in verschillende identificeerbare stressfactoren. Die doen zich voor binnen 3 maanden na de blootstelling eraan. De symptomen zijn significant en het lijden staat niet in verhouding tot de ernst van de stressfactor. Ook het functioneren in het sociale leven en op het werk is veranderd. Deze stoornissen voldoen niet aan de criteria van een andere mentale ziekte of van een normaal rouwproces. Na het verdwijnen van de stressfactor verdwijnen ook de symptomen binnen 6 maanden.

Als we vermoeden dat een patiënt die zich in de apotheek aandient depressief is, moeten we 2 vragen stellen: “Voelt u zich somber of moedeloos?” en “Hebt u geen interesse meer in of beleeft u geen plezier meer aan de dingen waar u van houdt?”

Ook het zelfmoordrisico moeten we evalueren. Eric Constant benadrukt daarbij dat we tijdens het gesprek met de patiënt geen suïcidale ideatie mogen induceren. Bij een passieve (“ik zou beter dood zijn”) of actieve (de zaken regelen) suïcidale ideatie moeten we de patiënt doorverwijzen naar psychiatrische hulp. Dat geldt ook bij depressie met psychotische stoornissen, een vermoeden van bipolaire stoornis, als de patiënt niet of onvoldoende reageert op een behandeling of als er onzekerheid bestaat over deze behandeling.

U wil op dit artikel reageren ?

Toegang tot alle functionaliteiten is gereserveerd voor professionele zorgverleners.

Indien u een professionele zorgverlener bent, dient u zich aan te melden of u gratis te registreren om volledige toegang te krijgen tot deze inhoud.
Bent u journalist of wenst u ons te informeren, schrijf ons dan op redactie@rmnet.be.