Europees Mensenrechtenhof veroordeelt Zwitserland voor gebrekkig klimaatbeleid

Het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) heeft zich uitgesproken over drie klimaatzaken. Het Mensenrechtenhof veroordeelde Zwitserland wegens zijn gebrekkig klimaatbeleid. Volgens het Hof vormt dat beleid een inbreuk op de mensenrechten van een groep Zwitserse senioren. Het is voor het eerst dat het Mensenrechtenhof een land veroordeelt inzake klimaatbeleid.

De Zwitserse seniorenbeweging 'Verein KlimaSeniorinnen Schweiz/Les Aînées pour la protection du climat suisse' (Ouderen voor de bescherming van het Zwitserse klimaat) stapte naar het Mensenrechtenhof omdat het van mening was dat de Zwitserse regering met haar gebrekkige klimaatbeleid meerdere artikelen van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM) schond, hoofdzakelijk het artikel dat het recht op leven waarborgt.

Het Mensenrechtenhof gaf de senioren gelijk. Volgens het Hof herbergt het recht op leven namelijk het recht op "effectieve bescherming door de staat tegen de ernstige gevolgen van klimaatverandering op het leven, de gezondheid, het welzijn en de levenskwaliteit". Het Mensenrechtenhof stelt onder meer dat Zwitserland zijn klimaatdoelstellingen in het verleden niet heeft gehaald. Onder meer daarom is het EHRM van mening dat de Zwitserse autoriteiten niet tijdig en op een gepaste manier hebben ingegrepen en de nodige wetgeving hebben aangenomen.

Daarnaast is het EHRM ook van mening dat artikel 6, het recht op een eerlijk proces, werd geschonden doordat Zwitserse rechtbanken "geen overtuigende redenen" gaven waarom ze de zaak niet wilden behandelen. Op die manier hielden ze geen rekening "met het overtuigende wetenschappelijke bewijs inzake klimaatverandering".

Uitspraken van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens zijn juridisch bindend, wat betekent dat Zwitserland dus verplicht is om hier gevolg aan te geven. Het is niet mogelijk om in beroep te gaan. Mogelijk vormt de uitspraak ook een precedent voor verdere klimaatrechtzaken, zowel voor het EHRM als in talloze nationale rechtbanken.

Twee andere zaken, die respectievelijk werden aangespannen door een voormalige Franse burgemeester tegen zijn land en zes Portugese jongeren tegen 33 landen, waaronder België, werden onontvankelijk verklaard. De rechtszaak van de Portugese jongeren werd onontvankelijk verklaard omdat ze niet eerst alle gerechtelijke mogelijkheden in hun thuisland hadden uitgeput, vooraleer naar het Europees Mensenrechtenhof te stappen, verklaarde Siofra O'Leary, de voorzitter van het Hof. Daarnaast werd de rechtzaak tegen de 32 andere landen, waaronder ook ons land, verworpen op grond van het feit dat daarvoor geen juridische grondslag is in het EVRM.

De zaak van de voormalige burgemeester van het Franse Grande-Synthe, Damien Carême, werd dan weer afgewezen omdat Carême niet als slachtoffer kan worden beschouwd. Dit omdat hij niet langer relevante linken met Grande-Synthe heeft en hij momenteel niet in Frankrijk woont, aldus het hof.

U wil op dit artikel reageren ?

Toegang tot alle functionaliteiten is gereserveerd voor professionele zorgverleners.

Indien u een professionele zorgverlener bent, dient u zich aan te melden of u gratis te registreren om volledige toegang te krijgen tot deze inhoud.
Bent u journalist of wenst u ons te informeren, schrijf ons dan op redactie@rmnet.be.