Europees-Afrikaans partnerschap legt de focus op lokale productie van vaccins

Een Europees-Afrikaans partnerschap moet leiden tot meer lokale productie van geneesmiddelen en vaccins. Uit de huidige pandemie is gebleken dat vooral Afrika aan het kortste eind trok wat betreft toegang tot vaccins. "In een pandemie is niemand safe totdat iedereen safe is", aldus minister van Ontwikkelingssamenwerking en Grootstedenbeleid Meryame Kitir (Vooruit) tijdens een panelgesprek van Team Europe, het Afrikaans centrum voor ziektecontrole en -preventie (Africa CDC) en Afrikaanse partners.

Het evenement werd georganiseerd op initiatief van minister Kitir, naar aanleiding van de top tussen de Europese Unie en de Afrikaanse Unie. De focus lag op de omstandigheden waarbinnen technologieoverdracht, inclusief de uitwisseling van technische knowhow, onderzoek en ontwikkeling, en een bevorderend regelgevend kader kunnen versterkt worden in een Europees-Afrikaans partnerschap voor het garanderen van kwalitatieve geneeskundige producten.

"Het coronavirus maakt geen onderscheid tussen landen, tussen jong en oud of tussen arm en rijk", aldus Kitir. "Het delen van vaccins was tot nu toe noodzakelijk, maar onvoldoende. We moeten vermijden dat we afhankelijk zijn van een paar producenten en ervoor zorgen dat meer landen zelfvoorzienend gaan worden in vaccinproductie, niet enkel tegen COVID, maar tegen andere ziekten." 

In heel het Afrikaanse continent heeft momenteel nog maar zowat 10 procent van de bevolking een eerste dosis van een coronavaccin gekregen. Zowat 99 procent van de vaccins en 94 procent van de andere geneesmiddelen wordt er geïmporteerd. "Afrika heeft tot nu toe aan het kortste eind getrokken in deze pandemie, laat ons hopen dat we dat met het partnerschap kunnen veranderen", klinkt het bij Ahmed Ogwell Ouma, hoofd van Africa CDC. 

De Afrikaanse Unie pleit daarom voor een nieuw model voor de volksgezondheid, met als doel om tegen 2040 60 procent van de nodige vaccins voor Afrika op het continent zelf te produceren. Op dat vlak is de doorbraak in Zuid-Afrika een mogelijke "gamechanger". Daar is de code van het Moderna-vaccin gekraakt en kan binnenkort met de productie worden gestart, zonder afhankelijk te zijn van grote farmabedrijven. "De toegang tot gezondheidsmiddelen is een globaal goed, daar moeten we naar streven. Het is belangrijk voor iedereen en ook toekomstige generaties steunen hierop", onderstreept Kitir. 

Europa heeft op dat vlak nauw samengewerkt met Afrika om tot een nieuw partnerschip te komen. Naast een bestaande kortetermijnsteun heeft de Europese Unie 1 miljard euro vrijgemaakt voor de productie en toegang tot vaccins en geneesmiddelen in Afrika. Ook de Wereldgezondheidsorganisatie WHO heeft verschillen initiatieven op poten gezet om technologieoverdracht te vergemakkelijken.

U wil op dit artikel reageren ?

Toegang tot alle functionaliteiten is gereserveerd voor professionele zorgverleners.

Indien u een professionele zorgverlener bent, dient u zich aan te melden of u gratis te registreren om volledige toegang te krijgen tot deze inhoud.
Bent u journalist of wenst u ons te informeren, schrijf ons dan op redactie@rmnet.be.