Het Duitse biotechnologiebedrijf BioNTech gaat mobiele productie-eenheden inzetten om ook op het Afrikaanse continent vaccins te kunnen produceren. In de Duitse stad Marburg heeft het woensdag de modules voor dergelijke fabrieken voorgesteld. Samen met Pfizer fabriceert BioNTech in Marburg al vaccins.
De productiefaciliteit die BioNTech wil inzetten bestaat uit twee modules, die elk uit zes containers bestaan. Beide modules hebben ongeveer 800 vierkante meter plaats nodig en beschikken over de ruimte voor alle nodige apparatuur voor vaccinproductie. Bij de start zou zo'n faciliteit tot 50 miljoen dosissen van het vaccin van Pfizer-BioNTech kunnen produceren. Bovendien zouden in deze mobiele eenheden in de toekomst ook vaccins tegen malaria of tuberculose geproduceerd kunnen worden.
Het is de bedoeling de kleine fabriekjes aan Rwanda, Senegal en Zuid-Afrika te leveren, in overleg met de betrokken landen en de Afrikaanse Unie. De eerste zouden in de tweede helft van dit jaar geleverd moeten worden. De productie moet dan twaalf maanden na de levering van de fabriek opstarten. In Ghana en Zuid-Afrika zitten bedrijven die kunnen helpen bij het vullen of verpakken van de vaccins, aldus het Duitse bedrijf.
De voorstelling in Marburg werd bijgewoond door de presidenten van Rwanda, Ghana en Senegal, Paul Kagame, Nana Akufo-Addo en Macky Sall, WHO-topman Tedros Adhanom Ghebreyesus en Duits minister van Ontwikkelingssamenwerking Svenja Schulze. Doel is tot een onafhankelijke vaccinproductie te komen, "om tegemoet te komen aan de toekomstige nationale, regionale en continentale behoeften op het gebied van de bescherming van de gezondheid", aldus de Ghanese president.
BioNTech is van plan de productie in de containers zelf te beheren en er eigen personeel in te zetten, maar de kennis zal worden doorgegeven aan lokale partners. De vaccinproductie in de Afrikaanse fabriekjes is bestemd voor het eigen land of voor andere landen in de Afrikaanse Unie.