Jaarlijks maakt het Riziv statistieken over de geneesmiddelen bekend die de tandartsen, huisartsen en de verschillende groepen van specialisten hebben voorgeschreven. Het berekent welk volume ze hebben voorgeschreven op basis van de databank over geneesmiddelen die afgeleverd zijn in openbare apotheken (Farmanet).
Op basis van deze statistieken, zo beklemtoont het Riziv, kan het geen jaarlijkse groeipercentages schatten, want voor bepaalde geneesmiddelengroepen kunnen de volgende zaken wijzigen:
- het classificatiesysteem van de geneesmiddelen (ATC-classificatie)
- de meeteenheid van het geneesmiddelenvolume (DDD - dagelijkse dosis / defined daily dose
Voor de grootste groep voorschrijvers (erkende huisartsen, 003-004 die staan voor 26,58% van de voorschrijvers, bestaat de top-3 uit: het hartvaatstelsel (41,8%), maagdarmkanaal en stofwisseling (15,2%) en het zenuwstelsel (12,2%).
Dezelfde top-3 bij de anesthesiologen maar in een andere volgorde: eerste plaats voor het zenuwstelsel, dan het hartvaatstelsel en dan het maagdarmkanaal en stofwisseling.
Bij heelkunde en heelkunde met erkenning voor revalidatie neemt de categorie bloed en bloedvormende organen de kop.
Niet onlogisch is dat voor gynaecologie de groep urogenitaal stelsel en geslachtshormonen en zelfs met een overweldigende meerderheid van ruim 71%.
Urologen schrijven vooral cytostatica en immunomodulerende middelen voor.
En zo komen 27 specialismen aan bod.
Tot slot is er ook een overzicht van alle voorschrijvers samen. NIet toevallig spoort dat grotendeels met de grootste groep voorschrijvers (erkende huisartsen), zij het dat de percentages wat verschjillen. De top 3 bestaat opnieuw uit het het hartvaatstelsel, maagdarmkanaal en stofwisseling en het zenuwstelsel, maar dit keer met resp. 38,0, 15,2 en 12,6%.
