Minister Vandenbroucke werd donderdag in de Kamer ondervraagd over zijn voorontwerp kaderwet inzake de hervorming van de gezondheidszorg. Na afloop van de discussie werden zes moties ingediend, waarin onder meer werd opgeroepen tot intrekking van het voorontwerp, hervatting van het overleg, garanties voor de toegankelijkheid van de zorg en structurele financiering van de ziekenhuizen.
Tijdens een zitting die gekenmerkt werd door gespannen discussies, herinnerde Irina De Knop (Open VLD) eraan dat “het Comité voor de Ziekteverzekering een ongekend negatief advies heeft uitgebracht” over de tekst en hekelde zij een ontwerp dat “door de zorgverleners, de mutualiteiten en zelfs sommige partners van de meerderheid wordt verworpen”. Volgens haar “voedt de kaderwet het wantrouwen en roept ze associaties op met staatsgeneeskunde”. François De Smet (DéFI) wees op een “onaanvaardbaar voorontwerp” en “een autoritaire visie op de relaties tussen de staat en de medische beroepsgroep”. Hij benadrukte de bezorgdheid over de afschaffing van de partiële conventie en de beperking van de honorariumsupplementen.
Natalie Eggermont (PTB) hekelde een ontwerp dat “de structurele onderfinanciering” van ziekenhuizen niet oplost en “de rekening voor de patiënten verzwaart”, en betreurde dat “de hervorming geen betrekking heeft op de betaling per prestatie”. Ludivine Dedonder (PS) onderstreepte de urgentie van “een dialoog zonder taboes” en eiste garanties voor “toegankelijkheid van de zorg en tariefzekerheid”. Dominiek Sneppe (VB) beschuldigde de minister van het voeren van “een technocratisch en centralistisch project”, uitte haar bezorgdheid over “een klimaat van totaal wantrouwen” tussen de sector en de regering en vroeg zich af “wie dit wetsontwerp tot hervorming van de gezondheidszorg eigenlijk heeft opgesteld. Is dat uw kabinet of de mutualiteit Solidaris?”
In reactie op deze kritiek verdedigde Frank Vandenbroucke zijn aanpak: “We investeren en hervormen om toegankelijke en kwaliteitsvolle zorg te garanderen. De hervorming van de ziekenhuisfinanciering is noodzakelijk om ongelijkheden te verminderen en een billijke vergoeding voor artsen te waarborgen.” Hij herinnerde eraan dat “alles gebeurt in overeenstemming met het regeerakkoord” en stelde voor om “in 2028 een plafond in te voeren voor honorariumsupplementen”, waarbij hij pleitte voor “een dialoog op basis van feiten en solide argumenten”.
Verdeeld parlementair front rond verschillende moties
- Na afloop van de debatten werden maar liefst zes moties ingediend.
- Irina De Knop stelde voor dat de Kamer de regering zou aanbevelen om het voorontwerp in te trekken en elke hervorming af te stemmen op die van de nomenclatuur en de ziekenhuisfinanciering, in overleg met de sector.
- François De Smet eiste “een grondige analyse van de mogelijke gevolgen van de hervorming” en “een echt overleg met de vakbonden”.
- Van Natalie Eggermont kwam de vraag om “voldoende structurele financiering” voor de ziekenhuizen en de afschaffing van de honorariumsupplementen, en pleitte voor “afschaffing van de prestatievergoeding”.
- Ludivine Dedonder riep op om te garanderen dat “geen enkele maatregel de zorgtoegankelijkheid zal schaden” en om “het vertrouwen te herstellen door middel van dialoog”.
- Dominiek Sneppe eiste dat “de hervorming wordt opgeschort” en dat het overleg wordt hervat “in wederzijds respect”.
Ten slotte werd een motie ingediend door verkozenen van Vooruit, MR en N-VA. De stemming over deze moties vindt later plaats.
Laatste reacties
Stefaan COLPAERT
30 juni 2025oude wijn, nieuwe vaten, de politiek weet nog altijd niet waar de klepel hangt
Niemand die weg weet met deze hoog gesubsidieerde en daardoor conservatieve sector.
Een geneeskunde op Amerikaans model in een Belgische Staat die niet de USA is.
Er is wel kwaliteitsverbetering mogelijk, weg van het financiële taboe dat de huidige sector kenmerkt.
In mijn volgens sommigen baanbrekend werk over verkwisting in de gezondheidszorg plavei ik de weg vooruit.
Mijns insziens hoogst noodzakelijk.