"Artsen, behandel duurzaam met milieuvriendelijke inhalatoren"

Dat was de boodschap die vandaag gelanceerd werd door de Belgische longartsen. Droogpoederinhalatoren kunnen bovendien tot betere behandelresultaten leiden voor astma en COPD naast het feit dat ze minder schadelijk zijn voor het milieu vergeleken met de klassieke aerosolen met drijfgas. Minister De Block verleent haar steun.

Minister De Block leidde de presentatie in van de diensthoofden longziekten UZ Leuven, UZ Gent en CHU Liège met de boodschap dat België voor astma al heel wat gezondheidswinst boekte: "We zijn niet meer bij de slechtsten in Europa, we namen weer plaats in het peloton. Die verbetering boekten we dankzij fundamenteel onderzoek en klinische studies en het feit dat we patiënten meer kunnen overtuigen van een betere levenskwaliteit." Maar daarnaast is het uiteraard ook belangrijk om correct het juiste geneesmiddel te gebruiken."

De British Thoracic Society bevestigde eerder dat inhalatoren zonder gassen voor 18 keer minder CO2-uitstoot zorgen dan aerosolen met drijfgas.

En dan komt de rol van de huisartsen op de voorgrond, naast die van de apothekers. Zij kunnen patiënten mee overtuigen dat droogpoederinhalatoren beter zijn voor hen én het milieu.

Een presentatie van dr. Cornelis Boersma (Universiteit Groningen) toont aan dat we een duurzame milieubijdrage kunnen leveren door voor de goede inhalatoren te kiezen. De CFK-gassen mogen dan teruggedrongen zijn tot welzijn van de ozonlaag, er is nog een stevige impact van de HFC-gassen in de klassieke inhalatoren. Die impact moeten we voor tweederde verminderen tegen 2030, is de doelstelling. 

Droogpoederinhallatoren brengen veel minder emissie met zich mee. Ter illustratie: ze kunnen een effect bewerkstelligen met een volume van wat 18.400 tot 36.800 huishouidens per jaar uitstoten, 9.400 tot 18.800 benzineauto’s per jaar of 1.500 tot 3.000 retourvluchten Londen-Brussel per jaar.

Prof. Guy Joos (UZ Gent) noemde de conclusies van de studie 'ongelofelijk': "De impact die vergeleken wordt met de emissie van benzinewagens spreekt des te meer tot de verbeelding omdat het het dubbele is van het aantal elektrische wagens/jaar dat nu verkocht wordt in ons land."

Hij pleitte ervoor dat we een voorbeeld nemen aan Zweden waar de klassieke inhalatoren nog maar 10% van de markt innemen. In België is dat nog 47%. "We moeten onze gewoontes en overtuigingen veranderen en de kennis alternatieven verbeteren."

Dus: de klassieke MDI-inhalatoren verlaten voor  DPI (drijfgas vervangen door droogpoeder inhalatoren in samenweking met artsen, patiënten, apothekers, verpleegkundigen). Dat wat de onderhoudsbehandeling betreft. Verder is er nog een beperkte toepassing van dit principe mogelijk in de behandeling van astma/copd.

Foutief gebruik wegwerken

Prof. Geert Verleden (UZ Leuven) gaf toe dat een volledige omschakeling naar droogpoeder niet mogelijk is op praktisch vlak maar we kunnen al zo ver mogelijk gaan. Beperkingen zijn dat  voor droogpoederinhalatoren voldoende inspriatiekracht (DPI) nodig is (dat ligt moeilijk voor ouderen en kinderen. Hij beklemtoonde wel dat we ons foutief gebruik van MDI (voor de helft slecht toegepast) al kunnen verbeteren en ook DPI is voor 10 tot 20% slecht gebruikt, wat we eveneens kunnen wegwerken.

Een betere inhalatietechniek leidt bovendien tot betere ziektecontrole: poederinhalatoren zijn eenvoudiger in gebruik. MDI vergt een goede hand-ademcoördinatie, wat een stuk moeilijker ligt.

Naast het juiste gebruik van de gepaste inhalatoren is een tweede aanbeveling voor het beleid het dossier terugbetaling (’sustaainabele prescribing’): bedrijven aanmoedigen dus om een DPI op de markt te brengen. ‘Rescue’ bronchodilatoren zijn bijna uitsluitend in MDI-vorm verkrijgbaar momenteel.

Voor klassieke inhalatiemedixties in onderhoudsbehandeling zijn DPI beschikbaar en die moeten we dus daar promoten.

Astmaplan

Prof. Renaud Louis (UZ Luik) tot slot wees erop dat patiënten inhalatoren nu vaak irrationeel gebruiken. (tot 10-15 per dag). Hij drong aan op een allesomvattend beleidsplan nodig om de verandering te realiseren. Prioritair dan is de patiëntopvoeding. Educatoren financieren hoort daarbij.j Finland kan inspiratie leveren: daar bestaat al een nationaal astmaplan . Meteen volgt een test bij vermoeden van astma, gevolgd door een adequate behandeling . Een strak plan voor communicatie en behandeling van de patiënt hoort daar ook bij. "Zo kunnen we de morbiditeit terugdringen en de afwezigheid op het werk."

De professoren nemen alvast het voortouw in de campagne door 'de boer op te gaan' in hun voorlichting bij huisartsenkringen. Prof. Verleden: "Zes op de tien behandelde patiënten blijken onvoldoende gecontroleerd te worden. Als we dat verbeteren, halen we dubbele winst voor gezondheid en milieu."

Minister De Block wees er nog op dat zo'n omschakeling niets zou kosten aan de gezondheidszorg omdat er al een terugbetaling is.

 

 

 

U wil op dit artikel reageren ?

Toegang tot alle functionaliteiten is gereserveerd voor professionele zorgverleners.

Indien u een professionele zorgverlener bent, dient u zich aan te melden of u gratis te registreren om volledige toegang te krijgen tot deze inhoud.
Bent u journalist of wenst u ons te informeren, schrijf ons dan op redactie@rmnet.be.